Etappe 21: Padden

Wist je dat er padden zitten in een van de beroemdste rotsen van Parijs die je kunt zien vanaf de Champs Elysées? Deze padden verwijzen niet naar dieren. Ze werden gevormd voordat er complex leven bestond. We gaan 600 miljoen jaar terug in de tijd.

Voordat we bij deze oude rotsen aankomen, racet het peloton over het vlakke land van het Parijse bekken. Ze vertrekken vanuit Saint Quentin-en-Yvelines en eindigen zoals altijd in het centrum van Parijs. Aan het einde van de etappe rijden ze over de Place de la Concorde voordat ze de beroemde Champs Elysées met zijn granieten bestrating ‘beklimmen’.

Vorig jaar legden we uit dat de granieten straatstenen op de Champs-Elysées helemaal uit Saoedi-Arabië komen. Een vreemde keuze, want graniet komt in overvloed voor in Frankrijk. Maar deze straatstenen zijn niet het enige Arabische graniet op de Champs-Elysées!

Obelisk

Midden op de Place de la Concorde staat de Luxor Obelisk. Het is het oudste monument van Parijs. Oorspronkelijk stond de obelisk voor de Amon tempel in Luxor, Egypte met zijn tweelingbroer die is blijven staan. Het werd in 1830 aan koning Karel X aangeboden door Memed Ali Pasja, de vice-koning van Egypte. Na een reis van zes lange jaren staat het sinds 1836 midden op ‘Place de la Concorde’. De obelisk is 23 meter hoog en weegt 222 ton. Het rust op een sokkel van 240 ton.

De obelisk is gemaakt van een roze granietsoort die syeniet wordt genoemd. De naam van het gesteente is afgeleid van Syene, de oude naam van de huidige stad Aswwan in Egypte. De obelisk werd in de buurt van de stad uitgehouwen in de 13e eeuw voor Christus. Daarna werd het voor de Amon tempel van Luxor geplaatst, 200 km verderop. In de literatuur wordt Syene vaak “monumentaal graniet” genoemd, omdat het werd gebruikt voor veel standbeelden of tempelversieringen.

padden
Detail van de obelisk. Het donkere, fijnkorrelige stuk rots links van de vogel staat bekend als een ‘pad’.

Dit gesteente bestaat voornamelijk uit alkaliveldspaatmineralen (de grote roze) met in mindere mate kwarts (kleurloos) en plagioklaas (wit). Syeniet werd gevormd op een diepte van vele kilometers in de korst, waar het zachtjes kon afkoelen waardoor kristallen de tijd kregen om groot te worden. Dit soort gesteente wordt meestal gevormd tijdens de late fase van subductie en orogenese, wanneer de korst dik is en de mantel nat, en beide kunnen smelten om grote magmakamers te vormen waar de syenieten zich kunnen vormen.

Een heel oud stuk steen

Deze rotsen van de obelisk komen uit een geologisch gebied dat het Arabisch-Nubisch Schild wordt genoemd en dat Noordoost-Afrika en Arabië bedekt. Dit werd gevormd aan het einde van het Neoproterozoïcum, ongeveer 600 miljoen jaar geleden. Een grote berggordel gevormd door botsing van continenten en subductie van oceanen die leidde tot de vorming van het supercontinent Gondwana. Over oude geschiedenis gesproken.

Een ietwat ouderwetse foto van de obelisk door Patrick Giraud

Zulke roze syenietgranieten ontstonden niet alleen tijdens de gebergtevorming in Arabië en Egypte. Het is heel gewoon om dit type gesteente te vinden, ook in Frankrijk. Een goed voorbeeld is de kust van Noord-Bretagne die we ‘Côte de Granite Rose’ noemen. De sokkel van de obelisk is gemaakt van roze graniet dat werd uitgehouwen in de steengroeve l’île Melon in Noord-Bretagne. Deze granieten werden gevormd tijdens de Variscische gebergtevormingsfase ca. 320 miljoen jaar geleden. Veel jonger dan de syeniet van de obelisk.

Vertel me nu over padden

In het roze graniet van de obelisk kun je kleine stukjes donkerder en fijner gesteente zien. Dit is basaltgesteente dat ook afkomstig is van magma, maar met een andere samenstelling. Als continenten op elkaar botsen, wordt de korst dikker en smelt een beetje. Er vormt zich een magma dat rijk is aan siliciumoxide. Wanneer deze magma’s afkoelen, vormen ze gesteenten van de granietfamilie, waaronder syeniet. Als de onderliggende mantel smelt, produceert dat magma dat arm is aan siliciumoxide en rijk aan ijzer en magnesium. Na afkoeling vormt het basalt. En als beide tegelijkertijd smelten, kunnen de twee magma’s samenkomen in dezelfde magmakamer.

Maar deze magma’s hebben heel verschillende fysische eigenschappen. Ze hebben vooral een heel verschillende viscositeit. Zo stroperig zijn ze: basaltmagma is veel vloeibaarder dan granietmagma. Daardoor kunnen ze niet goed mengen. Vaak vormen druppeltjes basaltmagma (met donkere kleuren) enclaves in het granietmagma (dat meestal een lichte kleur krijgt).

Deze enclaves komen zo vaak voor in graniet dat de steenhouwers ze een naam gaven: padden. Deze padden kunnen worden waargenomen in het graniet van de obelisk en in het graniet van de sokkel dat werd gekozen omdat het lijkt op Egyptisch graniet. Kijk tijdens je volgende wandeling in de stad bij de obelisk en in de straten, want je zult waarschijnlijk veel padden zien. Voor de renners vormen ze geen probleem. Ze zijn niet glad en kunnen niet voor hun wielen springen…..

Deel


Geplaatst

in

door

This website uses cookies. By continuing to use this site, you accept our use of cookies.